Overslaan en naar de inhoud gaan

Oligodontie

Oligodontie betekent dat iemand te weinig tanden en kiezen heeft. Het komt vaak voor dat iemand één of meer verstandskiezen mist en het komt ook voor dat iemand één tand of kies in het volwassen gebit mist. Dit is geen oligodontie. Als iemand meer dan zes tanden en kiezen te weinig heeft, noemen we dit oligodontie of hypodontie. Bij die meer dan zes tanden of kiezen te weinig, tellen de verstandskiezen niet mee. Vaak kun je dit pas zien als iemand het volwassen gebit krijgt, maar soms ook al bij het melkgebit van kinderen. De meeste mensen met oligodontie hebben daarvoor een erfelijke aanleg.

Iemand met oligodontie kan problemen hebben met kauwen en praten. Ook kun je soms goed zien dat iemand weinig tanden en kiezen heeft. Daar kan iemand last van hebben.

Bij sommige mensen is de oligodontie een kenmerk van een andere aandoening. Bijvoorbeeld van een vorm van ectodermale dysplasie, van het Oral-facial-digital syndroom of van het Van der Woude syndroom.

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.

ALLES SLUITEN
    • Andere namen voor deze ziekte

      Hypodontie
      Oligodontia
      Hypodontia

    • Hoe wordt deze ziekte vastgesteld?

      Een arts die gespecialiseerd is in oligodontie kan vaststellen dat iemand dit heeft als hij of zij meer dan zes tanden en kiezen te weinig heeft. Bij die zes tanden en kiezen te weinig, tellen de verstandskiezen niet mee.

      Hiervoor doet deze arts meestal een onderzoek  van de mond en maakt röntgenfoto’s van het gebit. Soms worden er ook nog afdrukken van het gebit en/of gewone foto’s van het gebit gemaakt.

    • Is er behandeling voor deze ziekte?

      Iemand met oligodontie wordt behandeld door een team van zorgverleners. Dat zijn bijvoorbeeld specialisten zoals een tandarts, orthodontist, kaakchirurg, mondhygiënist, tandtechnicus, klinisch geneticus, psycholoog en/of logopedist.
      Vaak krijgt iemand kunsttanden of -kiezen als het gebit volwassen is. Dan moeten vaak eerst de tanden en kiezen die iemand wèl heeft, goed staan. Daarvoor kan een orthodontist iemand dan eerst een beugel geven.

    • Hoe vaak komt het voor?

      Er wordt gedacht dat ongeveer 1 van de 1.000 mensen in Europa oligodontie heeft. Maar dit kan verschillen binnen groepen mensen over de wereld.

    • Wat is de oorzaak van deze ziekte?

      De oorzaak van oligodontie is multifactorieel. Bij het ontstaan ervan kunnen erfelijke factoren, epigenetica en omgevingsfactoren een rol spelen. Bij de meeste mensen spelen afwijkingen in de genen waarschijnlijk de belangrijkste rol.

      Er zijn verschillende afwijkingen in genen die een oorzaak kunnen zijn voor oligodontie. Door de afwijkingen worden tanden en kiezen niet goed gevormd. Sommige van die afwijkingen zijn ook een oorzaak van andere aandoeningen, zoals van ectodermale dysplasie.

      Voorbeelden van genen waarin afwijkingen kunnen zitten die een oorzaak zijn van oligodontie zijn het MSX1-gen, het PAX9-gen, het WNT10A-gen en het AXIN2-gen.

      Het MSX1-gen ligt op chromosoom 4, op de korte (p-)arm op plek 16.2 (4p16.2). Het PAX9-gen ligt op chromosoom 14, op de lange (q-)arm op plek 13.3 (14q13.3). Het WNT10A-gen ligt op chromosoom 2, op de lange (q-)arm op plek 35 (2q35). Het AXIN2-gen ligt op chromosoom 17, op de lange (q-)arm op plek 24.1 (17q24.1)

      In sommige families zijn meerdere afwijkingen in genen gevonden, die samen in die families de oorzaak zijn van de oligodontie.

      Bij sommige mensen met oligodontie spelen bij het ontstaan omgevingsfactoren een belangrijk rol.
      Zoals bijvoorbeeld gebruik van bepaalde medicijnen of infecties tijdens de zwangerschap. Of infecties of gebruik van bepaalde medicijnen op de vroege kinderleeftijd.

    • Is deze ziekte erfelijk?

      Oligodontie kan erfelijk zijn. De overerving kan autosomaal-dominant, autosomaal-recessief of X-gebonden zijn.

      Als de oligodontie een kenmerk is van een erfelijk syndroom dan is het op dezelfde manier erfelijk op dezelfde als dit syndroom.

      Niet iedereen met de erfelijke aanleg krijgt ook oligodontie. Dat heet verminderde penetrantie. En de afwijkingen aan het gebit bij personen met dezelfde afwijking in het gen, kunnen verschillen. Ook binnen één familie. Dat heet variabele expressie.

    • Kinderwens

      Heb je kans op een kind met oligodontie omdat het in jullie familie voorkomt? Dan kun je dit bespreken met je arts en die kan je verwijzen naar een erfelijkheidsarts (klinisch geneticus) voor informatie op maat. Het gesprek met een erfelijkheidsarts kun je voorbereiden

    • Updatedatum

      2 november 2022