Overslaan en naar de inhoud gaan

Kallmann syndroom

Iemand met Kallmann syndroom kan niet (goed) ruiken en komt niet vanzelf in de puberteit. De kenmerken verschillen van persoon tot persoon.

Kallmann syndroom ontstaat voor de geboorte. Het komt waarschijnlijk omdat een deel van de hersenen zich niet goed ontwikkelt tijdens de zwangerschap. Het gaat om een deel van de hersenen dat belangrijk om te kunnen ruiken. En er gaat iets mis bij de groei van de zenuwcellen die belangrijk zijn voor de ontwikkeling in de puberteit.

Jongens kunnen al voor de puberteit kenmerken hebben, zoals niet ingedaalde teelballen (cryptorchisme) of een kleine penis. Maar meestal wordt Kallmann syndroom ontdekt als iemand niet in de puberteit komt. In de puberteit gaan jongens en meisjes extra hard groeien en jongens krijgen dan meer spieren. Dat heet de groeispurt.  Bij mensen met dit syndroom gebeurt dat niet. Jongens kunnen minder baardhaar en lichaamshaar krijgen, een hoge stem houden en minder spieren hebben. Meisjes hebben soms geen of weinig ontwikkeling van de borsten en worden niet ongesteld. Zonder behandeling kunnen de meeste mensen zelf geen kinderen krijgen.

Soms heeft iemand ook nog andere kenmerken, zoals:

  • schisis
  • één nier in plaats van twee
  • afwijkingen van de botten van de vingers of de tenen
  • dat als de ene hand een beweging maakt, de andere dat ook doet
  • te weinig tanden
  • problemen met horen

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.

ALLES SLUITEN