Overslaan en naar de inhoud gaan

FOXP1 syndroom

Kinderen met FOXP1 syndroom lopen achter in hun ontwikkeling. De oorzaak is een afwijking in een gen. De kenmerken kunnen van persoon tot persoon verschillen. Ook de ernst van de kenmerken kan verschillen.

Baby’s met FOXP1 syndroom kunnen moeite hebben met drinken. Ook kunnen ze slap aanvoelen. Soms hebben kinderen een breed en hoog voorhoofd. Bij sommige kinderen zijn de ogen kleiner. Soms hebben ze een bolle punt van de neus.

Kinderen doen er langer over om te leren praten. Ook hebben ze meer tijd nodig om te leren lopen. Verder lopen ze achter in het kunnen maken van kleine bewegingen. Vaak hebben ze een verstandelijke beperking, maar soms ook niet.

Veel kinderen hebben (kenmerken van) autisme spectrum stoornis. Sommige kinderen kunnen zich niet goed concentreren. Enkele kinderen zijn angstig. Soms hebben kinderen last van dwang; dan moeten ze van zichzelf steeds bepaalde dingen doen. Verder kijken veel kinderen scheel. Soms kunnen de hersenen niet goed verwerken wat een kind ziet.
Ze hebben vaker dan andere kinderen infecties in de oren of longen of huid. Die infecties komen meestal ook vaker terug. Een klein deel van de kinderen heeft een dubbele urineleider of een gat tussen boezems van het hart (atrium septum defect). Jongens hebben soms niet-ingedaalde zaadballen (cryptorchisme). Kinderen met FOXP1 syndroom zijn meestal later zindelijk.

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.

ALLES SLUITEN