Overslaan en naar de inhoud gaan

Ataxia telangiectasia (AT)

Ataxia telangiectasia is een aandoening van de zenuwen en de afweer. De oorzaak is een afwijking in een gen. Er zijn 2 vormen: de klassieke vorm en de variant vorm. De klachten van de klassieke vorm zijn meestal ernstiger dan die van de variant vorm. Bij de variant vorm krijgen mensen de eerste klachten vaak op latere leeftijd; maar dat is niet altijd zo. Maar de kenmerken kunnen van persoon tot persoon verschillend zijn. Niet iedereen heeft alle kenmerken van de ziekte. Ook de ernst van de kenmerken kan verschillen.

De klachten van de klassieke vorm van AT beginnen meestal op jonge kinderleeftijd. Kinderen met AT kunnen hun bewegingen niet goed op elkaar afstemmen ( coördineren). Ook vinden ze het moeilijk om hun evenwicht te houden. Bij het ouder worden krijgen ze daar meestal meer problemen mee. Ze hebben moeite met lopen. Verder kunnen ze vaak hun handen minder goed gebruiken, omdat die trillen. Ook maken ze soms bewegingen zonder dit te willen (dystonie). Of hebben ze last van spieren die zich samentrekken.

Soms is het voor kinderen lastig om duidelijk te praten. Ook kunnen ze moeite hebben met slikken. Ze hebben vaak last van wiebelogen (nystagmus). En ze hebben moeite om met hun ogen bewegingen te volgen. De meeste kinderen met de klassieke vorm hebben moeite met leren. Meestal hebben ze meer tijd nodig om nieuwe informatie in zich op te nemen en ze werken in een langzamer tempo.
Op de kinderleeftijd krijgen kinderen met de klassieke vorm van AT plekjes met wijdere bloedvaatjes op de huid of in de ogen (teleangiëctasieën). Daar hebben ze meestal geen klachten van.

Omdat bij ataxia telangiectasia de afweer vaak minder goed werkt, hebben mensen meer kans op infecties van de longen, de bijholtes en de oren. Dat komt omdat ze  meestal minder antistoffen hebben. Antistoffen beschermen normaal tegen infecties.
Kinderen met AT hebben meer kans op sommige vormen van kanker vooral op leukemie en lymfomen. Ook volwassenen hebben meer kans op sommige vormen van kanker, bijvoorbeeld op borstkanker.

Mensen met de klassieke vorm van AT overleven meestal tot jongvolwassen leeftijd. Mensen met de variant vorm worden vaak ouder.

Vrouwen met een afwijking in één van exemplaren in het gen voor AT (ATM-mutatie) hebben 15 tot 45% kans om voor het 80ste jaar borstkanker te krijgen. Mannen en vrouwen met een afwijking in één van de exemplaren van het gen voor AT hebben iets meer kans op alvleesklierkanker.

Heb je een vraag? Mail ons.

ALLES SLUITEN