Overslaan en naar de inhoud gaan

Ziekte van Von Willebrand

Bij iemand met de ziekte van Von Willebrand stolt het bloed niet snel genoeg. Als je een wondje hebt, zorgt je lichaam er normaal voor dat het bloed dat eruit komt snel hard wordt. Er komt een korstje op de wond. Dat heet stollen. Bij de ziekte van Von Willebrand gebeurt dit minder goed. Hierdoor kan iemand bloedingen krijgen. De oorzaak is meestal een variant in een gen. Soms heeft de ziekte van Von Willebrand een niet-erfelijke oorzaak.

Niet alle mensen met de variant in dit gen krijgen klachten (verminderde penetrantie). Als je wel klachten hebt, dan kan het van persoon tot persoon verschillen hoeveel last je ervan hebt. 

Er zijn drie typen van de ziekte van Von Willebrand. De meeste mensen hebben type 1. Mensen met dit type hebben milde kenmerken. Type 3 komt het minst voor en heeft ernstige kenmerken. Type 2 zit er tussenin.

Mensen met de ziekte van Von Willebrand krijgen soms snel blauwe plekken. Ook kunnen ze sneller een bloedneus krijgen. Ook hun tandvlees kan sneller bloeden. Verder kunnen mensen erger bloeden na bijvoorbeeld een operatie, behandeling door de tandarts of als ze een wond hebben. Vrouwen met de ziekte van Von Willebrand kunnen meer bloed verliezen als ze ongesteld zijn. 

Mensen met een ernstige vorm van de ziekte van Von Willebrand kunnen soms bloedingen in de spieren, de gewrichten, de buik of de darmen krijgen. 

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.

ALLES SLUITEN