Congenitale myotonie
Bij congenitale myotonie kunnen de spieren van je skelet zich niet genoeg ontspannen als je je hebt ingespannen. Als je dan weer gaat bewegen zijn die spieren stijf. De oorzaak is een afwijking in een gen.
Er zijn twee soorten congenitale myotonie: Thomsen myotonie en Becker myotonie. Thomsen myotonie begint meestal op jongere leeftijd dan Becker myotonie. De kenmerken van Thomsen myotonie zijn vaak milder dan die van Becker myotonie. Hoeveel last je van de aandoening hebt, kan bij iedereen anders zijn.
Mensen met congenitale myotonie hebben last van stijve spieren als ze schrikken of zich na rust plotseling moeten bewegen. Vooral de spieren in de benen zijn dan stijf. Maar ook andere spieren kunnen stijf zijn. Dit duurt vaak een tijdje.
Mensen met Becker myotonie hebben na inspanning vaak ook een tijdje minder kracht in hun spieren. Sommige mensen met Becker myotonie hebben altijd minder spierkracht .
Becker myotonie is een andere ziekte dan Becker spierdystrofie.
Heb je een vraag? Mail ons.
-
Andere namen voor deze ziekte
-
Hoe wordt deze ziekte vastgesteld?
-
Is er behandeling voor deze ziekte?
-
Hoe vaak komt het voor?
-
Wat is de oorzaak van deze ziekte?
-
Is deze ziekte erfelijk?
-
Kinderwens
-
Meer info voor patiënten
-
Meer info voor artsen
-
Expertisecentra