Trombose
Bij trombose zit er een bloedstolsel in een bloedvat. Hierdoor wordt het bloedvat een beetje of helemaal afgesloten. Het gevolg is dat het bloed niet, of niet goed, door de bloedvaten kan stromen.
Oorzaken
Bloed moet vrij door onze bloedvaten kunnen stromen, maar op het moment dat je een wondje hebt moet een bloeding snel stollen. Daar zorgen onze bloedplaatjes en stollingsfactoren voor. Zo komt er een korst op de wond en stopt het bloeden.
Maar bij trombose ontstaat een bloedstolsel zonder dat er een wond is, bijvoorbeeld door aderverkalking. Risico's voor aderverkalking zijn onder andere roken, diabetes of hoge bloeddruk.
Trombose kan ook ontstaan als het bloed minder snel stroomt of er een onregelmatige bloedstroom is. Bijvoorbeeld door lang stilzitten (in bv een vliegtuig) of lange bedrust. En de anti-conceptiepil kan soms trombose veroorzaken. Evenals veranderingen in de samenstelling van het bloed, bepaalde hartafwijkingen, erfelijke stollingsstoornissen of bepaalde auto-immuunziekten.
Maar de oorzaak van trombose is niet altijd duidelijk.
Trombose en infarct
Bloedstolsels kunnen in alle bloedvaten ontstaan. Als er trombose in een bloedvat in het been zit, heet dat een trombosebeen.
Als door trombose een bloedvat helemaal wordt afgesloten, dan krijgt het weefsel achter dat bloedvat te weinig zuurstof. Dit kan leiden tot schade aan de weefsels. Als dit bij het hart gebeurt krijg je een hartinfarct. En bij de hersenen kan het een herseninfarct tot gevolg hebben.
Embolie
Een bloedstolsel kan soms losschieten en ergens anders weer vastlopen. Dit heet een embolie. Dat kan ook leiden tot een infarct op die plek. Een gevaar bij het trombosebeen is het ontstaan van een embolie in de longen, een zogenaamde longembolie.
-
Andere namen voor deze ziekte
Thrombosis
Trombose -
Hoe wordt deze ziekte vastgesteld?
-
Is er behandeling voor deze ziekte?
De behandeling van bloedstolsels in bloedvaten van benen, hart en hersenen gebeurt met medicijnen onder begeleiding van de trombosedienst. Medicijnen kunnen erop gericht zijn om een bestaand stolsel op te lossen, maar ook om het ontstaan van nieuwe stolsels te voorkomen.
Soms kan een stolsel verwijderd worden met een dotterbehandeling of bypass.
-
Hoe vaak komt het voor?
Trombose in de benen komt jaarlijks voor bij 1-3 op de 2000 mensen in Nederland. Een longembolie komt voor bij 1 op de 5000 mensen in Nederland.
-
Is deze ziekte erfelijk?
Er zijn een aantal erfelijke aandoeningen die trombose kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld:
Factor V Leiden, homocystinurie en proteïne C deficiëntie. De manier van overerven hangt af van de aandoening.
Er zijn ook erfelijke aandoeningen die juist een verhoogde bloedingsneiging geven, zoals bijvoorbeeld hemofilie. -
Meer info voor patiënten
- Veelgestelde vragen Over trombose in de familie (Trombosedienst)
-
Trombose en erfelijkheidOnder andere de erfelijke factoren Protrombine 20210G>A, Factor V Leiden, Proteïne C-deficiëntie, Proteïne S-deficiëntie en Antitrombinedeficiëntie vergroten de kans op trombose.
- Nederlandse vereniging voor hematologie
- Hart en vaatgroep
- MedlinePlus
-
Meer info voor artsen
-
Expertisecentra
De minister van VWS heeft alleen voor zeldzame ziekten expertisecentra aangewezen. Trombose is meestal niet zeldzaam.