Overslaan en naar de inhoud gaan

Cockayne syndroom

De meeste kinderen met Cockayne syndroom hebben een klein hoofd, groeien niet goed en hun ontwikkeling blijft achter. De oorzaak is een afwijking in een gen.  

Dokters hebben het Cockayne syndroom ingedeeld in drie verschillende typen. Welke type van het syndroom iemand heeft, hangt af van de leeftijd waarop de kenmerken beginnen en hoeveel last iemand ervan heeft. Dit verschilt van persoon tot persoon.

Baby’s met Cockayne syndroom hebben vaak een klein hoofd. Als ze geboren worden zijn ze meestal te licht. Ook groeien ze minder goed, in gewicht en lengte. Hun ontwikkeling gaat vaak langzamer. Bij het ouder worden, gaat hun ontwikkeling achteruit. Dingen die ze eerder al konden, leren ze weer af. Hun gezicht is smal en ziet er oud uit. Soms liggen hun ogen diep en is hun neus en mond spits.Meestal verbrandt hun huid snel in de zon. 

Sommige kinderen met Cockayne syndroom gaan slechter horen. Ze kunnen ook problemen met hun ogen hebben, door aangeboren staar, een beschadiging aan het netvlies of het hoornvlies. Soms missen ze tanden. Sommige kinderen krijgen stijve benen, waardoor ze minder goed kunnen lopen. Soms groeit hun rug krom (scoliose). Sommige kinderen hebben last van koude handen en voeten. 

Kinderen met Cockayne syndroom worden meestal niet ouder dan 15 jaar. Maar sommige kinderen (met type 3) kunnen wel volwassen worden. 

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.

ALLES SLUITEN