Overslaan en naar de inhoud gaan

Erfelijke aanleg voor kanker

Kanker is een naam voor meer dan 100 ziekten die ontstaan door veranderingen in het DNA. De meeste van die veranderingen zijn niet erfelijk. Ze zijn niet erfelijk omdat die veranderingen niet in de eicellen en niet in de zaadcellen zitten. 
Door die veranderingen in het DNA doen cellen in het lichaam andere dingen dan normaal. Ze stoppen bijvoorbeeld niet meer met groeien en delen, ook niet als er genoeg cellen zijn. Sommige soorten kanker komen vooral voor bij kinderen en andere vormen vooral bij volwassenen.

Goedaardig of kwaadaardig

Als cellen blijven groeien en delen ontstaat een tumor. Een ander woord voor tumor is gezwel. Een tumor heet goedaardig (of benigne) als die zich niet verspreidt naar andere delen van het lichaam. Kwaadaardige (of maligne) tumoren verspreiden zich wel naar verschillende delen van het lichaam. Ze zaaien uit (metastaseren). 

Kwaadaardige tumoren zijn kanker. Een goedaardige tumor is dat niet. Toch kan een goedaardige tumor voor problemen zorgen. Bijvoorbeeld als een goedaardige tumor in de hersenen ervoor zorgt dat een belangrijk deel van de hersenen niet goed meer kan werken. Ook kan een goedaardige tumor soms kwaadaardig worden. 

Als cellen in het bloed kwaadaardig worden dan ontstaat bloedkanker (leukemie). Er is dan geen tumor of gezwel; de kwaadaardige cellen zitten los in het bloed. 

Oorzaken

Kanker ontstaat door verschillende oorzaken. Meestal zijn niet alle oorzaken bekend, of weten we helemaal niet wat de oorzaak is. Dat geldt vooral voor kanker bij kinderen. Bij volwassenen spelen vaker dingen zoals leefstijl en andere dingen in de omgeving een rol. Bijvoorbeeld roken, te veel zonlicht, of schadelijke stoffen.

Erfelijke aanleg voor kanker

Bij een klein deel van de mensen (ongeveer 5 op de 100) speelt erfelijke aanleg een rol bij het ontstaan van kanker. Dan is de belangrijke oorzaak een verandering in het DNA waarmee iemand geboren wordt. Meestal heeft iemand die verandering van één van de ouders geërfd. 

Iemand met een erfelijke aanleg voor kanker heeft meer kans op een bepaalde vorm van kanker of verschillende vormen van kanker. Bij familieleden kan er dan soms voorspellend DNA-onderzoek worden gedaan. 

Niet iedereen met zo’n erfelijke aanleg voor kanker, krijgt kanker. Het kan dan lijken alsof de ziekte een generatie heeft overgeslagen.

Op de pagina 'Is kanker erfelijk?' vind je een een aantal signalen voor erfelijke aanleg voor kanker.

ALLES SLUITEN